Ik ben er klaar mee
Het komt voor dat werknemers in boze of emotionele gesprekken met hun werkgever zeggen dat ze ontslag nemen en nooit meer terug komen. De volgende dag, als de boosheid weer is gezakt, hebben ze daar soms spijt van.
Mag een werkgever ze dan aan het ontslag houden?
In een zaak bij de rechtbank in Maastricht werd deze vraag ook gesteld. De werkgever stelde dat zijn kok telefonisch ontslag had genomen en twee getuigen bevestigden dat zij dat ook gehoord hadden. De kok stelde echter dat hij zich ziek gemeld had vanwege depressieve klachten, onder meer dat omdat zijn echtgenote hem ging verlaten. Hij vond dat zijn dienstverband niet geëindigd was en vorderde doorbetaling van zijn loon.
De rechter oordeelde dat bij ontslagname door een werknemer vereist is dat de werknemer dat in een duidelijke en ondubbelzinnige verklaring doet. De kok had gezegd dat het werk te zwaar was, dat zijn problemen thuis niet te overzien waren en dat hij niet meer zou komen. Hij heeft daarbij gemeld dat hij ‘er klaar mee was’. De rechter achtte dat geen duidelijke en ondubbelzinnige verklaring. Hij meende dat de werknemer eigenlijk had gemeld dat hij niet in staat was om te komen werken. Dit zag de rechter meer als een ziekmelding dan een ontslag.
Zelfs als (had) de kok wel duidelijk gezegd had dat hij ontslag nam, dan mocht de werkgever er niet zo maar op vertrouwen dat hij dat ook daadwerkelijk meende. Hij had dan eerst moeten onderzoeken of de werknemer wist wat hij deed en de consequenties overzag. De kok had volgens de rechter dus geen ontslag genomen en het loon moest worden doorbetaald.