Oude wijn in nieuwe zakken
Zoals ik al eerder heb geschreven in deze column is er veel kritiek geweest op de Wet Werk en Zekerheid (WWZ). Het nieuwe kabinet is dan ook van plan om het arbeidsrecht opnieuw te wijzigen.
Voor een deel houden deze wijzigingen in dat we weer terug gaan naar de regels die golden vóór de WWZ. Voor het ontslagrecht bestaan de volgende plannen.
Vaak is het ‘ontslagdossier’ niet compleet en wil een werkgever een werknemer toch ontslaan. Met invoering van de WWZ zijn ontslaggronden in de wet opgenomen. De werkgever moet één ontslaggrond kiezen en die moet hij volledig kunnen aantonen. Het is niet toegestaan om een combinatie van meerdere gronden te maken om aan te tonen dat een rechtsgeldige reden voor ontslag bestaat.
Het nieuwe kabinet wil die mix wel toestaan, zodat ontslaggronden kunnen worden gecombineerd. Rutte III noemt dit ‘de cumulatiegrond’. Zo kan een arbeidsovereenkomst ook ontbonden worden als het ontslagdossier niet helemaal op orde is, zoals voor de WWZ ook al het geval was. In dat geval kan de rechter de wettelijke transitievergoeding verhogen met maximaal 50%.
Als de werkgever de werknemer direct een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aanbiedt, kan hij een langere proeftijd opnemen namelijk 5 maanden. Bij contracten van 2 jaar of langer kan een proeftijd van drie (in plaats van twee) maanden overeengekomen worden.
Werknemers zullen vanaf het begin van een arbeidsovereenkomst recht hebben op de transitievergoeding, in plaats van na twee jaren zoals nu het geval is. Werkgevers zullen gecompenseerd worden als zij een transitievergoeding moeten betalen na langdurige ziekte. De verwachting is dat deze wijzigingen in 2020 van kracht zullen worden.