Zo Werkt Werk: Oudere werknemer in ploegendienst wil minder werken
Deze zaak gaat over een werknemer van een koekjesfabriek waar 24 uur per dag gewerkt wordt in ploegendiensten. Hij is 61 jaar en werkt aan de verpakkingsband in vijf-ploegendiensten waarbij hij zes dagen werkt en dan vier dagen vrij heeft. Dit wordt hem te zwaar en hij vraagt zijn werkgever of hij één dag per week minder mag werken.
Hij verwijst daarbij naar een regeling in de CAO, die inhoudt dat werknemers die minimaal tien jaren in dienst zijn en maximaal acht jaar jonger zijn dan de pensioenleeftijd, 20% minder mogen gaan werken. Deze werknemer is echter nog geen tien jaar in dienst.
De werkgever wijst zijn verzoek af en stelt dat er een zwaarwegend bedrijfsbelang geschaad zou worden als de werknemer minder zou gaan werken. De werknemer stapt naar de rechter.
De kantonrechter moet beoordelen of sprake is van een zodanig zwaarwegend bedrijfsbelang dat het belang van de werknemer daarvoor moet wijken. Hij hecht daarbij veel waarde aan de genoemde CAO regeling. Al valt de werknemer formeel niet onder de regeling, inhoudelijk is die regeling precies geschreven voor werknemers zoals hij, waarvoor het volcontinu rooster te zwaar is.
De rechter vindt dat de werkgever daarom vooruit had moeten kijken door ervoor te zorgen dat zijn vaste werknemers breder ingezet kunnen worden in de fabriek of door meer uitzendkrachten op te leiden.
De werkgever stelt dat hij de resterende acht uren niet kan invullen omdat het om te weinig uren gaat. Er wordt echter veel overgewerkt en de werkdruk is hoog, dus de werkgever kan naar de mening van de rechter ook meer uren aanbieden.
De rechter wijst het verzoek van de werknemer toe. Leeftijdsfasebewust personeelsbeleid wordt steeds belangrijker en daar sluit deze uitspraak bij aan.